Het sterven wordt hieronder bekeken vanuit de vier elementen: Aarde, Water, Vuur en Lucht.
Aarde
Ons lichaam begint al zijn kracht te verliezen. We hebben totaal geen energie. We kunnen ons niet oprichten, rechtop zitten of iets vasthouden. We kunnen ons hoofd niet meer rechtop houden. We hebben het gevoel alsof we vallen, in de grond zinken of door een enorm gewicht verpletterd worden. Sommige traditionele teksten zeggen dat het voelt alsof we onder een enorme berg vermorzeld worden. We voelen ons zwaar en elke houding is ongemakkelijk. Misschien vragen we of iemand ons rechtop wil zetten, of willen we meer kussens of juist minder dekens. De kleur van onze huid wordt valer en we worden bleek. Onze wangen vallen in en op onze tanden komen donkere vlekken. Het wordt moeilijker onze ogen te openen en te sluiten. Als de vorm oplost, worden we zwak en mager. Onze geest is opgewonden en verward, om vervolgens in dufheid te verzinken.
Dit zijn tekenen dat het aarde-element oplost in het water-element. Dit betekent dat de wind die met het aarde-element verbonden is, niet meer de kracht heeft te functioneren als basis voor het bewustzijn, en het vermogen van het water-element om als basis te functioneren voor het bewustzijn meer op de voorgrond treedt. Het zogenaamde ‘verborgen teken’ is de ervaring van een visioen van een luchtspiegeling, een glinsterend fata morgana.
Water
We beginnen de controle over onze lichaamsvochten te verliezen. Onze neus begint te druipen en we kwijlen. Er kan vocht uit de ogen komen en misschien worden we incontinent. We kunnen onze tong niet bewegen. Onze ogen liggen droog in hun kassen. Onze lippen zijn strak en het bloed is eruit weggetrokken. Onze mond en onze keel zijn kleverig en verstopt. De neusvleugels vallen in en we krijgen erge dorst. We trillen en beven. Om ons heen begint de geur van de dood te hangen. Als het gevoel oplost, neemt ons lichamelijk bewustzijn af en wisselen gevoelens als pijn en welbehagen, hitte en koude zich voortdurend af. Onze geest wordt wazig, ontevreden, prikkelbaar en nerveus. Volgens sommige bronnen voelen wij ons in dit stadium alsof we verdrinken of door een enorme rivier worden meegesleurd.
Het water-element lost op in vuur, dat het vermogen om het bewustzijn te dragen overneemt. Het verborgen teken is dan een visioen van een nevel met daarin wervelende rookslierten.
Vuur
Onze mond en neus drogen volkomen uit. Al onze lichaamswarmte begint weg te trekken, meestal vanaf de voeten en handen in de richting van het hart. Het kan zijn dat een stoomachtige hitte van de kruin van ons hoofd opstijgt. Onze adem voelt koud terwijl hij door onze mond en neus gaat. We zijn niet langer in staat iets te drinken of te verteren. De waarneming lost op en onze staat van geest is afwisselend helder en verward. We kunnen ons de namen van onze familieleden en vrienden niet herinneren of we herkennen ze zelfs niet meer. Het wordt steeds moeilijker iets buiten ons te onderscheiden, aangezien geluid en visuele waarneming verward zijn.
Het vuur-element lost op in lucht en is niet meer in staat als basis voor het bewustzijn te functioneren, terwijl het vermogen van het lucht-element om dit te doen op de voorgrond treedt. Het verborgen teken is dan flikkerende rode vonken, als vuurvliegjes dansend boven een open vuur.
Lucht
Het wordt steeds moeilijker te ademen. De lucht lijkt uit onze keel te ontsnappen. Raspend en schrapend halen we adem. Onze inademing wordt kort en moeizaam en onze uitademing wordt langer. Onze ogen rollen naar boven en we kunnen in het geheel niet bewegen. Als het intellect oplost, raakt de geest volkomen in de war en is zich niet langer bewust van de buitenwereld. Alles is een waas. Ons laatste gevoel van contact met onze fysieke omgeving glipt weg.
We beginnen te hallucineren en hebben visioenen: als er veel negativiteit in ons leven is geweest, zien we misschien angstaanjagende vormen. Akelige en afschuwelijke momenten in ons leven beleven we nogmaals en misschien proberen we het zelfs in doodsangst uit te schreeuwen. Als we in ons leven vriendelijk en mededogend zijn geweest, kunnen we gelukzalige, hemelse visioenen hebben en liefdevolle of verlichte wezens ‘ontmoeten’. Mensen die een goed leven hebben geleid, vinden vrede in de dood en geen angst.
Het lucht-element lost op in het bewustzijn. De winden hebben zich alle samengetrokken in de ‘levensondersteunende wind’ in het hart. Het verborgen teken wordt beschreven als een visioen van een vlammende fakkel of lamp met een rode gloed.
Onze inademing wordt steeds zwakker en onze uitademing langer. Op dít moment verzamelt zich bloed en gaat het ‘kanaal van het leven’ in het centrum van ons hart binnen. Drie druppels bloed verzamelen zich, de een na de ander, en veroorzaken drie lange laatste uitademingen. Dan stopt onze ademhaling.
Slechts een beetje warmte blijft achter in de streek rond ons hart. Alle tekens van leven zijn nu verdwenen en dit is het moment waarop wij in een moderne klinische situatie ‘dood’ verklaard worden.
(Uit: Het Tibetaanse boek van leven en sterven
- S. Rinpoche)